Ik heb (er) genoeg (van)!

De (semi) lockdown houdt aan. De avondklok is er nog steeds. Sommigen van ons blijven de positieve kanten en de mogelijkheden van deze tijd zien. Sommigen van ons hebben er moeite mee, maar leggen zich bij de situatie neer.  Sommigen van ons zijn het helemaal zat, voelen zich klein gehouden en roepen steeds luider op tot verzet.

‘You will own nothing, and you will be happy’ (Klaus Schwab)

Onder de #buildbackbetter doet weer een nieuwe (complot)theorie de ronde. Iets over The Big Reset en het nieuwe normaal….Nu wil ik geen complottheorie verkondigen of aanhangen, maar ik geloof wel dat we gelukkig kunnen zijn met minder.

Al jaren (wellicht zelfs eeuwen) zijn ‘we’ (vooral in het rijke westen) steeds meer gaan bezitten. Grotere huizen (voor kleinere gezinnen), meer en grotere auto’s, niet één beeldscherm in huis, maar in elke ruimte één… Om maar wat voorbeelden te noemen.

We zijn het leven zo gaan organiseren dat we het hele jaar door alles kunnen krijgen wat we willen. Waar je vroeger alleen aardbeien kon eten in de zomer (vandaar dat ze zomerkoninkjes heten), kun je ze nu het hele jaar door kopen. Waar er vroeger in de winter een natuurlijke tijd van schaarste was, een tijd voor rust en herstel, gaan we nu steeds maar door. Dat dat iets is waar we blijkbaar trots op zijn, bewijst de #endóór. Maar ís het wel iets om trots op te zijn?

We hebben steeds meer energie nodig om op deze manier te kunnen leven. We putten onszelf (en de planeet waarop we wonen) uit. We zorgen niet voor voldoende rust, dus we raken overspannen / uitgeput / opgebrand. Steeds meer mensen hebben hier last van. Er zijn te weinig momenten van rust en schaarste. We putten onszelf uit, maar kunnen dat niet (meer) voelen. Totdat ons lichaam ziek wordt en stop zegt.

We willen (te) veel…

Niet alleen in de fysieke wereld, maar ook digitaal en online. We willen steeds sneller internet, op steeds meer plaatsen. Niet online kunnen zijn, lijkt geen optie. De mogelijkheid lijkt te bestaan dat we over een tijdje een tekort aan drinkwater hebben, omdat het water nodig is om onze datacenters te koelen.

I want it all and I want it now ! (Queen) / Got to get – I am what I am and I’m playing my game (Leila K.)

De muziek(teksten) die ik hoorde in mijn jeugd, hebben een grotere impact dan ik in eerste instantie doorhad.

In veel nummers draait alles om de ‘I’, het ‘Ik’, het ego. Ik besefte me opeens hoe egoïstisch het allemaal is en echt, ik heb het nooit eerder gehoord. En toch hebben die boodschappen zich ergens opgeslagen, ben ik ernaar gaan handelen – en ik niet alleen.

De hele wereld lijkt steeds egoïstischer te worden…We kunnen, net als kleine kinderen, er niet zo goed tegen dat we niet direct onze zin krijgen… Kunnen we iets niet krijgen, dan gaan we lopen stampvoeten. Alles lijkt maakbaar. Dus als iets kan, dan moet het ook.  ‘Nee’ en opgeven lijken geen optie. We moeten allemaal de beste versie van onszelf worden, en dat ben je blijkbaar alleen maar met méér (geld, spullen, kennis…).

We willen daarnaast dat er steeds meteen in onze behoeftes wordt voorzien. Even moeten wachten (op de beloning) lukt haast niet meer. Als een junkie die steeds op zoek is naar zijn volgende high. Steeds meer, steeds sneller, steeds vaker. Alles om maar niet te hoeven dealen met …. de pijn – gevoelens van eenzaamheid, minderwaardigheid, angst… Dat wat er ten grondslag ligt aan onze verslavingen. Maar eigenlijk doen we onszelf en de wereld om ons heen daarmee geweld aan.

Waarom doen we dat eigenlijk  – collectief? Bij welke pijn proberen we weg te blijven? Die pijn kunnen we wat beginnen te verkennen nu we al zo’n tijd in lockdown zitten. Kunnen we dat? Of zijn we vooral bezig met afkicken? We kunnen veelal niet in ons oude verslavingsgedrag door. Niet winkelen, niet naar de kroeg of festival, niet naar het pretpark…Dat zorgt voor weerstand. Net als bij kleine kinderen, die even geen aandacht krijgen en die alles zullen doen om jouw aandacht te krijgen. Dus ontstaan er rellen, gaan we wijzen naar de ander, komen we met complottheorieën. We hebben allerlei verschillende strategieën tot onze beschikking. Want ook dat leidt zo lekker af van waar het eigenlijk om gaat. Dat we niet kunnen doen wat we willen. We hebben, ook als volwassenen, last van het verwende-kind-syndroom.

Bruce McIntosh constateerde in een artikel in Pediactrics (1989) al het volgende: ‘Het verwende kind syndroom wordt gekarakteriseerd door een extreme mate van op zichzelf gericht zijn van het kind en veel te jong gedrag. Dit is het resultaat van het feit dat ouders geen leeftijdsadequate eisen stellen. Verwende kinderen houden weinig rekening met anderen, gaan hun eigen gang, doen dingen op hún manier. Ze hebben moeite met uitstel van beloning en hebben de neiging hun frustraties af te reageren met woedeaanvallen. Hun gedrag is berekenend, dwars en manipulatief. Ze zijn moeilijk tevreden te stellen en hun tevredenheid duurt niet lang. Ze zijn niet plezierig in de omgang, ook niet voor degenen die van hen houden. Men krijgt vaak de indruk dat ze ook niet gelukkig met zichzelf zijn.’

Nu is er best een manier om daar verandering in te brengen. Je kunt kinderen tenslotte ook aanleren om te gaan met uitgestelde aandacht. Je mag van mij dingen helemaal op jouw manier doen, als je daarbij ook rekening houdt met anderen. Laten we ons niet langer als een stel verwende kinderen gedragen. Want, om af te sluiten met woorden van de Rolling Stones, ‘You can’t always get what you want’! Genoeg is genoeg. Zelfs met minder heb je nog steeds veel. En een prettige bijkomstigheid: minder bezit betekent ook minder zorgen. Laten we oefenen in tevredenheid, geweldloosheid en begeerteloosheid.  En laten we het onze kinderen leren. Je bent genoeg, je doet genoeg, je hebt genoeg.

Namasté.

Alles onder Controle!

Ik voel pijn. We leven al maanden in angst. Ook mensen zonder angststoornis hebben er last van.

We kennen angst om de liefde van iemand te verliezen, de angst om afgewezen te worden, de angst om een dierbare (en daarmee de liefde) te verliezen. Een van onze grootste angsten is om krachteloos of hulpeloos te zijn. Om onveilig te zijn. Onze allergrootste angst misschien wel de angst voor de dood. En die angst doet pijn. Op emotioneel vlak. Maar het kan ook echt fysieke klachten en lichamelijke pijn veroorzaken.

We kennen verschillende manieren om met onze angsten en de pijn die dat met zich meebrengt te dealen. We ontwikkelen in de loop van ons leven verschillende coping mechanismen. We kunnen bijvoorbeeld middelen gaan gebruiken met als doel om bij de pijn vandaan te blijven of om onszelf te verdoven. Soms ontwikkelen we een verslaving. Misschien zelfs wel vaker dan we kunnen of willen erkennen. Als we eenmaal verslaafd zijn, kan dat weer voor stress en angst zorgen. Want wat als je niet tijdig in je volgende ‘shot’ kunt voorzien? Sommige mensen leiden op dit moment serieus aan afkickverschijnselen, doordat ze niet naar hun favoriete winkel kunnen.

Volgens Iyanla Vanzant is de nummer 1 verslaving van de mensheid niet de verslaving aan roken, alcohol of andere vormen van drugs, chocola of kopen, maar de verslaving aan Controle. We kunnen een grote angst voelen voor het verliezen van die controle. Het verlies van controle over onszelf (zelfcontrole), verlies van controle over de ander, de controle over wat, waar of wanneer iets zou kunnen gebeuren. Die angst kan zorgen voor een complete meltdown. En dan heb ik het niet over een ongeluk in een kernreactor, hoewel je het daarmee zou kunnen vergelijken. Een meltdown is het over de kop gaan van je zenuwstelsel, waardoor er sprake is van een vecht-, vlucht- of verstarren-reactie. Het kan zich bijvoorbeeld uiten in onredelijke driftbuien. Boosheid kan dus een manifestatie zijn van angst.

Wat we de laatste weken steeds vaker en grootser zien, is dat mensen boos worden op elkaar omdat men zich niet aan de regels zou houden. Of we zien juist boosheid bij mensen over de coronamaatregelen zelf. Dat lijkt in eerste instantie datgene waar we boos over zijn, maar wanneer we die emotie nader gaan bekijken, ‘de ui afpellen’ noem ik dat graag, dan komen we in de lagen daaronder angst tegen. De angst om iemand te verliezen aan Covid, of wellicht de angst om zelf ziek te worden en het leven te laten. De angst dat we het virus niet onder controle krijgen,  ‘het’ niet onder controle hebben. En dus komen er steeds opnieuw maatregelen die ons zouden moeten helpen. Ook deze maatregelen kun je zien als een coping mechanisme. Ze dienen als een manier om met (de angst voor) het virus te kunnen dealen. Toegeven dat we iets niet volledig onder controle hebben of kunnen krijgen, en dat alle maatregelen uiteindelijk slechts schijnveiligheden zijn, is te pijnlijk. We houden onszelf liever voor de gek met de slogan ‘Alleen samen krijgen we Corona onder controle’. De natuur laat zich niet onder controle houden. Al willen we dat als mens (met een ego) graag geloven.

Die controledrang komen we nu groots tegen in deze crisis, wereldwijd.  Maar ik kom het ook in het klein dagelijks tegen in mijzelf. In de omgang met mijn kinderen bijvoorbeeld. In dat stuk dat we ‘opvoeding’ noemen. Want ook opvoeden is niets minder dan controle (willen) uitoefenen. Ik wil namelijk dat mijn kinderen iets wel of juist niet doen. Ik wil dat ze hun handen wassen, ik wil dat ze niet te veel junkfood eten, ik wil dat ze naar buiten gaan, maar niet met meer dan 1 vriend, ik wil dat ze niet te laat thuis komen, ik wil dat ze laten weten waar ze zijn en of ze thuis eten, ik wil dat ze hun schoolwerk doen, ik wil dat ze om hulp vragen als ze iets niet snappen….Ik wil nogal veel. Maar niets onredelijks….toch? Voor ik het weet, stap ik in mijn oude patroon van manipuleren, om ze zover te krijgen. Door ze te straffen als ze zich ergens niet aan houden. Door ze te belonen wanneer ze dat wel doen. En dat terwijl ik weet dat dat niet het gewenste effect heeft.

Als het niet gaat zoals ik wil, dan word ik boos. Of verdrietig. Of teleurgesteld. Of welke emotie je er ook maar op wil plakken. Maar als ik daar in alle eerlijkheid onder kijk, daar onder voel, dan kom ik angst tegen. Angst voor het oordeel van anderen, de angst om bekritiseerd te worden als opvoeder, de angst om afgewezen te worden. Maar ook angst voor de gezondheid van mijn kinderen, de angst om ze te verliezen zelfs. En mijn ego vertelt me, dat als ik regels en voorschriften opleg en als zij dan gewoon naar me luisteren, dat er dan niets mis kan gaan. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Want ik kan helemaal niet alles onder controle hebben. Als het stormt kan er zomaar een tak op hun hoofd waaien, ze kunnen stikken in hun eten, of aangereden worden door een dronken automobilist. Daar heb ik helemaal geen invloed op. Ik heb alleen invloed op wat ik zelf doe. En door steeds maar weer controle te willen houden, ontneem ik mijn kinderen hun autonomie, iets waar zij ontzettend veel behoefte aan hebben als pubers. En dat kan er dan juist voor zorgen dat zij mij afwijzen. Dan bereik ik dus juist wat ik niet wil.

Dus, als ik merk dat ik boos ben, of verdrietig, of moe(deloos)…dan kan ik niet anders dan opmerken en toegeven dat ik niet alles onder controle kan hebben, ook al schreeuwt mijn ego dat ik er echt iets aan of tegen moet doen. Erkennen dat ik allerlei mechanismen in werking zou willen stellen om (schijn)veiligheid te creëren. Dan kan ik alleen maar de angst voelen en de pijn die dat met zich meebrengt. Weten dat ik niet de enige ben. En verzuchten ‘Relax, no thing is under control’….

Ik heb goed nieuws en slecht nieuws

Om maar met het slechte nieuws te beginnen: je kunt je niet altijd gelukkig voelen. Net zoals je ook niet altijd door iedereen leuk gevonden kunt worden. Hoe graag je het ook zou willen.

Het goede nieuws is dat het helemaal oké is om af en toe niet gelukkig te zijn. Voor een kort moment, of een paar dagen. (Ik heb het hier natuurlijk niet over een depressie van een paar maanden over langer.) Je kunt wel eens een ‘off-day’ hebben of een week niet lekker in je vel zitten. Dan hoef je je niet direct af te vragen ‘Gaat het wel goed met me?’.

Er zijn dagen, of momenten op de dag, dat alles lekker loopt, maar soms mislukken de dingen. Of gaan ze niet zoals jij je ze had voorgesteld en dat is misschien niet leuk. Dat doet misschien zelfs wel een beetje pijn. Omdat je je schaamt, of bang bent dat je uitgelachen wordt, of omdat het je verdrietig maakt. En dat is echt helemaal niet erg, maar we denken vaak van wel. Die emoties hebben een ‘slechte naam’. En dat is niet helemaal eerlijk. Die ‘vervelende’ emoties zijn aan de orde van de dag (we hebben er zelfs heel veel van), maar we proberen ze vaak onder controle te houden. We negeren ze, of stoppen ze weg. We behandelen dus niet alle emoties hetzelfde. En dat is best oneerlijk. 

We vinden het fijn om blij te zijn, dus BLIJ mag blijven. Sterker nog; we proberen BLIJ zelfs zo lang mogelijk bij ons te houden, of zoveel mogelijk op te zoeken. Maar BANG vinden we niet zo leuk, dus die willen we graag weg hebben. We proberen BANG op alle mogelijke manieren te onderdrukken, weg te sturen of te vermijden. Dan gaan we dingen bijvoorbeeld maar niet meer doen, omdat het wel eens mis zou kunnen gaan. Maar soms mislukken de dingen gewoon. Natuurlijk vindt BANG dat niet leuk, dus die blijft net zo lang zeuren, totdat die jouw aandacht krijgt! Net als een kleuter die aandacht wil, maar het niet krijgt, gaat de emotie steeds lastiger doen. Hij (of zij) wil gevoeld worden!

Wat doe je als je pijn hebt? Een pijnstiller nemen, een pleister plakken…Dat werkt soms wel even. Maar als de pijnstiller uitgewerkt is, komt de pijn terug. Onder de pleister zit nog steeds de wond. Soms vormt zich een korstje, maar die krab je vaak ook wel weer een keer open. Of er vormt zich een litteken. Het is dus niet de oplossing voor de pijn. Huilen vaak wel, of schreeuwen (vloeken). Dat lucht op.

Wat we ook kunnen doen is wat sturen in onze gedachtes en daarmee bepaalde emoties wat milder stemmen (wat we bijvoorbeeld doen bij RET), net als een kleuter die we tijdelijk kunnen afleiden. Er komt echter vaak weer zo’n moment waarop die emotie die je probeerde uit de weg te gaan toch om je aandacht komt vragen. En dat is maar goed ook.

Emoties zijn er namelijk niet voor niets. Ze hebben ons als oermens geholpen om te overleven. Het was heel verstandig om bang te zijn voor een dier dat je niet kende en om boos te worden als iemand jouw voorraad eten wilde afpakken. Emoties zijn dus onderdeel van een leerweg. Ze zijn behulpzaam, wijzen je een bepaalde weg op, een kant uit. Ze vertellen je ; dit vind ik fijn of dit wil ik niet. Maar daarvoor moet je wel eerlijk met ze omgaan. Ze niet wegsturen, maar binnen laten.

Hoe zou het zijn om al je emoties welkom te heten? Geen enkele emotie weg te sturen of in de hoek te zetten? Niet vechten, niet vluchten, maar VOELEN. Vaak zeggen de emoties dan namelijk vanzelf “Mag ik nu weer gaan?” als je ze even hebt omarmt.

Je mag die emoties ook aan anderen laten zien. Je hoeft geen masker op te zetten of een muur op te trekken. Dan weten anderen hoe het echt met je gaat en kunnen ze misschien zelfs wel helpen. Dat geeft een hoop rust. Dat is goed nieuws.