Ik mis je.

Een tijdje terug las ik in een post van een collega-vriendin de vraag ‘Waarom minder doen als er meer kan?’. Die vraag triggerde mij direct. Ik werd er een beetje opstandig van. Worden we uitgenodigd tot een adempauze, moeten we gelijk weer van alles gaan doen? Ik stelde meteen de tegenvraag ‘Waarom meer doen als er minder mag?’.

Op de mensen met ‘vitale beroepen’ na, hebben we de afgelopen weken met z’n allen meer thuis gezeten. Ik schreef al eerder dat er in ons gezin niet zoveel verschil te merken is. Wij zijn over het algemeen graag op onszelf, wat introvert en we coconen graag. Anders is natuurlijk wel dat man nu werkt vanuit huis en dat de kinderen niet naar school hoeven voor hun lessen. Dat we steeds allemaal thuis zijn, brengt een andere dynamiek in ons gezin. Soms best lastig.

Wat ik ook lastig vind is dat mijn werk, ook dat vertelde ik al eerder, een heel stuk minder is geworden. Dat zorgt voor een heel gemengd gevoel. Aan de ene kant voel ik mij wat overbodig, aan de andere kant ben ik blij met de ruimte die er nu opeens was. En ongemerkt was ik toch best veel aan het doen. Als er niets hoeft kan er van alles… Ik moest ook vreselijk lachen om een uitspraak van Bert Visscher die ik voorbij hoorde komen; ‘Moeilijk he, niets doen. Je weet nooit wanneer je klaar bent!’.

De afgelopen weken vulde ik met klusjes en opruimen. Die dingen die al maanden, zo niet jaren, op verschillende plekken in huis lagen te wachten op ‘ooit’ of ‘later’…om er iets mee te doen of te lezen wanneer ik daar tijd voor zou hebben. Dus…als niet nu, wanneer dan? En dat ruimt lekker op zeg! Het viel me namelijk op dat er veel dingen op die ‘te-doen-lijstjes’ bestaat uit zaken die ik liever voor me uit schoof, omdat ik er geen ruimte voor voelde of omdat ik er simpelweg geen zin in had. Van veel van die dingen vroeg ik me af waarom ik ze in hemelsnaam had bewaard. Blijkbaar vanuit een bepaalde overtuiging, dat ik ergens nog beter in moest worden, dat ik nog niet goed genoeg ben, niet genoeg weet of kan… Niet omdat ik er echt nieuwsgierig naar was. Er ging dus ook een hoop gewoon weg, zonder er iets mee te doen.

Wat ben ik mezelf tegengekomen zeg! Ik merkte dat er een groot verschil is tussen wie ik wil zijn, en wie ik echt ben. Zeker in de relatie met mijn kinderen. Ik wil graag die moeder zijn met eindeloos veel geduld, die alles geweldloos kan communiceren. Maar in werkelijkheid was ik de afgelopen weken ook vaak niet in staat om geduld op te brengen en barstte ik soms in alle onredelijkheid tegen ze uit als er iets niet ging zoals ik het graag wil. Het vraagt om loslaten, van het ideaalbeeld dat ik mezelf opleg. ‘Ik ben genoeg, ik doe genoeg, ik heb genoeg’ is de mantra die ik oefen.

En toch. De zorg om mijn inkomen speelt opeens een grotere rol dan ooit tevoren in mijn leven. Dat kost energie en vraagt veel van mijn vertrouwen. Op de achtergrond dat knagende gevoel. ‘Je moet wel zichtbaar blijven! Je moet misschien toch wat meer online bieden…’ Allerlei ‘moetjes’ kwamen voorbij. Allemaal overtuigingen die mij opnieuw uitnodigden om te kijken of dit nu echt past bij mijn waarden, of dat het (in mijn beleving) meer opgelegd is door de wereld om mij heen.

Ooit heb ik ervaren dat het mij meer energie oplevert om te vertrouwen en te wachten tot ik ergens voor gevraagd word, in plaats van mij aan te bieden. Ook nu weer ervaar ik dat het helpend is. De afgelopen weken kwamen er toch weer ‘vanzelf’ vragen van volwassenen en tieners om begeleiding en coaching. Daar waar het mogelijk was 1 op 1 op de coachzolder, waar we meer dan voldoende afstand kunnen houden. Waar het fysiek niet mogelijk of wenselijk was om in dezelfde ruimte te zijn, kwamen we samen via videobellen. Hoewel het voor mij niet mijn voorkeur heeft (ook daarover schreef ik al eerder).

Ik was dus minder op mijn coachzolder en meer thuis. Het was fijn om thuis mijn eigen ding te kunnen en mogen doen. Hoe langer ik thuis ben, des te minder mijn verlangen om ergens anders te zijn. Hoewel ik graag buiten ben, beperkte ik dat zoveel mogelijk tot een wandeling of fietstochtje naar de yogascholen om mijn yogalessen op te nemen of online te geven. Of een bezoekje aan de supermarkt.

Verder wandelde ik door ons tuintje en zag ik hoe de dingen daar opkwamen. Het was bijna of ik het zag groeien! Mijn wereld vertraagde en werd stiller (ook met veel minder vliegtuigen in de lucht boven ons). Ik voelde steeds minder de behoefte om iets nieuws te ondernemen. Er is al zoveel. Ik heb al zo veel. Deze stilte om er echt te zijn, te zien, te voelen. Tevreden kunnen zijn met wat er is, in plaats van maar weer door te willen, naar een toekomstig doel. Ik ben hier nu. En het is goed zo. En eindelijk mag ik diep in mezelf kijken en keuzes maken. Durf ik nog beter om nee te zeggen als ik iets niet wil omdat het meer energie kost dan dat het oplevert. Durf ik dingen weg te gooien (of weg te geven) die ik had bewaard, omdat dat misschien ooit nog eens van pas zou kunnen komen.  Durf ik afscheid te nemen ook van mensen waarin het contact meer energie kostte dan dat er terugkwam.

Eindelijk mag ik eraan toegeven dat ik een introvert persoon ben. Merk ik meer dan ooit dat mijn batterij oplaadt door tijd in de stilte, met de aandacht naar binnen, in verbinding met mezelf en een klein groepje intimi.

Ik merk dat ik een beetje ‘online-moe’ word. Dat je altijd maar overal en op elk moment alles kunt doen. Dat het kan, maakt bijna de verplichting dat het ook moet. Opeens bedenkt iedereen allerlei online samenkomsten. En dat is natuurlijk heel fijn voor de extraverte mensen, die opladen door het contact met de ander, maar mij kost het meestal energie.

Door deze tijd merk ik dat ik lang dingen heb gedaan die niet helemaal bij mij pasten. Vanuit angst om niet gezien te worden of vanuit de overtuiging dat het nu eenmaal zo hoorde.

Ik werd een stuk minder ambitieus, en nee, dat is niet erg.  Want ik vraag een stuk minder van mijzelf, van de mensen om mij heen en van de aarde (want die auto staat bijna stil voor de deur). Zo heeft alles en iedereen tijd om te herstellen. Van dat altijd maar bezig zijn. Kunnen we eindelijk afkicken van die verslaving aan adrenaline en cortisol. Dat streven naar goedkeuring.

In die stilte denk ik graag na over wie ik ben zonder de ander. Het is heerlijk om zo een poosje bij mijzelf te mogen zijn. Als je op jezelf bent, hoef je nergens aan te voldoen. Je mag alles zelf bepalen. Er is minder stress.

En toch merk ik, zeker de laatste week, dat ik het contact met de ander ook nodig heb. Ik raak een beetje uitgekeken op mezelf. Ik voel me een beetje half. Weet niet meer zo goed wat ik wil. Juist in het contact met de ander krijg ik helder wat ik belangrijk vind.

Ik heb wel weer wat behoefte aan positieve stress; de stress die me helpt om te groeien. Want dat is waar we als mens nu eenmaal op gericht zijn. Kijk maar naar de natuur; als je uitgegroeid bent, ga je dood.

Dus nodig ik mezelf uit; ik mag weer in beweging komen en een klein beetje meer doen. Zoals het schrijven van deze blog. Om zo weer in contact te komen. Met jou. Want ik mis je. Hoe is het met jou?